Gezien de recente uitbraak van Mazelen in een aantal Europese landen, waaronder ook Nederland hieronder gerichte en duidelijke informatie over de Mazelen, bescherming en preventie.
Mazelen is een besmettelijke vlekjesziekte. Mensen krijgen het door een virus.
De meeste kinderen in Nederland worden ingeënt tegen mazelen. Daardoor komt de ziekte in Nederland niet veel meer voor.
Wat zijn de klachten bij mazelen?
Mazelen begint plotseling. De klachten kunnen zijn:
- koorts,
- niet lekker voelen,
- verkouden en hoesten,
- ontstoken ogen, waardoor iemand niet goed meer tegen licht kan,
- kleine witte vlekjes in de mond.
Na 3 tot 7 dagen komen vlekjes op de huid. Deze vlekjes komen eerst achter de oren en verspreiden daarna over het hele lichaam. De vlekjes voelen ruw, als schuurpapier.
De tijd tussen het besmet raken en ziek worden is 7 tot 14 dagen. Meestal is het 10 dagen.
Sommige mensen kunnen erger ziek worden van mazelen. Ze krijgen bijvoorbeeld een oorontsteking of longontsteking. Heel soms gaat iemand dood door mazelen
Hoe kunt u mazelen krijgen?
Het virus zit in de keel van iemand die besmet is. Door hoesten en niezen komen kleine druppeltjes met het virus in de lucht. Mensen kunnen deze druppeltjes inademen en besmet raken. De ziekte is heel besmettelijk.
Mensen kunnen elkaar al besmetten vanaf 4 dagen vóór de vlekjes beginnen. Ze blijven besmettelijk tot 4 dagen nadat de vlekjes verschenen.
Wie kan mazelen krijgen?
Iemand die al mazelen heeft gehad, kan de ziekte niet opnieuw krijgen.
Mensen die nooit mazelen hebben gehad, kunnen de ziekte nog wel krijgen. Zeker mensen die niet zijn ingeënt tegen mazelen. Soms krijgt iemand die ingeënt is, toch mazelen. Dan is die persoon meestal minder ziek.
Sommige mensen kunnen erger ziek worden:
- baby’s,
- zwangere vrouwen,
- mensen met minder afweer.
Wat kunt u doen om mazelen te voorkomen?
Er is een inenting om de ziekte te voorkomen. De BMR bof, mazelen,rodehond -inenting (tegen bof, mazelen en rodehond) is opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma. Kinderen krijgen twee inentingen: als ze 14 maanden en als ze 9 jaar oud zijn.
Bent u niet ingeënt tegen mazelen en heeft u contact gehad met iemand die mazelen heeft? Dan kunt u alsnog een inenting krijgen. De inenting moet dan wel binnen 3 dagen na dit contact gegeven worden. Overleg hierover met de huisarts of de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst .
Wat kunt u verder doen?
Bij hoesten of niezen:
- Gebruik een papieren zakdoek. Hebt u geen papieren zakdoek bij de hand? Hoest dan in de plooi van uw elleboog.
- Gebruik een zakdoek maar één keer.
- Gooi de zakdoek na gebruik weg.
- Was hierna uw handen.
- Het is niet nodig om bij iedereen die hoest of niest uit de buurt te blijven. Houd pasgeboren baby’s wel uit de buurt van hoestende en niezende mensen.
- Leer kinderen ook netjes te hoesten en te niezen.
Was regelmatig uw handen met water en zeep, zeker na een flinke hoest- of niesbui. Handen wassen doe je zo:
- Maak de handen goed nat onder stromend water.
- Neem wat vloeibaar zeep uit een pompje.
- Wrijf de handen over elkaar. Zorg dat er zeep op de binnenkant en buitenkant van de handen zit. Wrijf goed alle vingertoppen in. Vergeet de duimen niet. Wrijf ook tussen de vingers.
- Spoel de zeep goed af, onder stromend water.
- Droog de handen goed af aan een schone handdoek of aan een papieren handdoek (keukenrol).
Is mazelen te behandelen?
Mazelen gaat meestal vanzelf over. Medicijnen zijn dan niet nodig.
Bel de huisarts als u denkt dat u mazelen heeft. De huisarts kan onderzoeken of u mazelen heeft.
Kan iemand met mazelen naar een kindercentrum, school of werk?
Voelt een kind zich goed? Dan kan het gewoon naar een kindercentrum of school. Mazelen is al besmettelijk voordat iemand klachten krijgt. Thuisblijven helpt niet om te voorkomen dat anderen ziek worden. Thuisblijven helpt alleen wanneer een kind in de besmettelijke periode niet naar school ging. Dat is 4 dagen voor het ontstaan van de vlekjes. De meeste kinderen zijn ingeënt tegen mazelen. De kans dat ze mazelen krijgen, is minder groot.
Heeft uw kind mazelen? Vertel het dan aan de pedagogisch medewerker of de leerkracht. Zij kunnen in overleg met de GGD andere ouders informeren. Ouders kunnen dan letten op de klachten van mazelen bij hun kind.
Een volwassene met mazelen moet u eerst overleggen met de GGD/bedrijfsarts of met uw werkgever voor hij weer gaat werken.